Vanwege corona hebben scholen in heel het land versneld hun ventilatie op orde moeten brengen. In het ene gebouw gingen de ramen en deuren open, het andere kreeg een compleet nieuwe luchtbehandelingskast op het dak. Een flinke operatie, maar er zijn nog veel meer uitdagingen voor vastgoedbeheerders in het onderwijs. Waar moeten zij op focussen? We vroegen het drie experts.
Veel van de tienduizend schoolgebouwen in Nederland zijn sterk verouderd; hun gemiddelde leeftijd is zo’n veertig jaar. Duizenden scholen staan dan ook op de lijst om de komende jaren vervangen, gerenoveerd en/of verduurzaamd te worden. Een grote uitdaging, die nog eens wordt vergroot door veranderende wet- en regelgeving en de ontwikkelingen op technisch gebied.
Waar moet binnen dit spanningsveld de focus liggen? Het antwoord komt van:
Theo Hofmans is specialist onderwijsvastgoed bij Hendriks Techniek. Hij adviseert vastgoedbeheerders in het onderwijs al vele jaren over installatietechnische vraagstukken, en sprak de laatste maanden tientallen vastgoedbeheerders over Frisse Scholen.
“In het coronajaar hebben veel scholen ad-hocbeslissingen moeten nemen over hun ventilatie. Ik merk echter dat het vaak ontbreekt aan een plan, zeker bij de kleinere scholen en onderwijsorganisaties. En hoewel je niet álles kunt voorzien, zet je met het opstellen van een vastgoedbeheerplan, waarbij je de opgave integraal bekijkt, wel een stip op de horizon. Wat is mijn visie op onderwijs? Met welke demografische gegevens heb ik te maken? Wat kunnen we verwachten op het gebied van wet- en regelgeving? En welke ontwikkelingen zien we op bouwkundig en installatietechnisch gebied?”
Langjarige planning bevordert duurzaamheid
“Door een jaar of twintig, dertig vooruit te kijken, creëer je een integraal kader waarbinnen het makkelijker is om beslissingen te nemen, te prioriteren en te budgetteren. Doe je dat met behulp van bijvoorbeeld een vijfjarenplanning – en de trias energetica als leidraad – dan wordt het meteen een stuk makkelijker om ad-hocbeslissingen te nemen. Dan had je wellicht een aantal jaren geleden al ventilatie en duurzaamheid hand in hand met elkaar kunnen laten gaan. Want laten we eerlijk zijn: het wagenwijd openzetten van ramen en deuren draagt niet bij aan je duurzaamheidsdoelen. En belangrijker nog: de technische keuzes die je nu maakt, moeten geen belemmeringen zijn voor hoe je het onderwijs in de toekomst vormgeeft.”
Eric Hoogland is projectmanager huisvesting bij Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, waarbij zo’n veertig scholen voor voortgezet onderwijs zijn aangesloten. Hij onderschrijft het pleidooi voor een integrale aanpak, maar vindt wel dat het hoog tijd is voor meer samenwerking.
“Puur vakmatig gezien was het ventilatieprobleem van de afgelopen maanden een blessing in disguise. Het legde namelijk feilloos bloot wat we eigenlijk met z’n allen wel wisten: onderwijsgebouwen kunnen gezonder. De discussie rond Frisse Scholen is in een stroomversnelling geraakt en… de deuren staan nu open; dat is zoveel beter voor het binnenklimaat, maar ook voor de sfeer. Daarnaast hebben we online onderwijs georganiseerd. Ook dat zal een blijvende impact hebben op de manier waarop we ons onderwijs vormgeven, en dus op de manier waarop we onze onderwijsgebouwen inrichten en beheren.”
Van papier naar praktijk
“Schoolgebouwen zijn door de techniek veel complexer geworden. Op veel plekken is echter de kennis op locatie achter gebleven. Wat mij betreft moet dat aanleiding zijn om veel nauwer samen te werken: met gemeenten, scholen en overkoepelende organisaties aan de ene kant, en installatiebedrijven, bouwfysische adviseurs en architecten aan de andere kant. Dat hangt sinds het Bouwbesluit van 2003 in de lucht, maar laat dit ventilatieprobleem nou eens de aanleiding zijn om elkaar écht op te zoeken. En om niet alleen op papier, maar ook in de praktijk te zorgen voor gezonde en goed te beheren schoolgebouwen.”
Bart van den Hork is architect en directeur bij Elemans van den Hork Architecten, dat zich bij voorkeur toelegt op de filosofie van ‘Licht en Groen’, ook in het onderwijs. Hij bevestigt de roep om integraal denken en samenwerken, maar stelt vooral dat we geen slaaf van het systeem moeten blijven.
“Wij zijn de laatste honderd jaar steeds verder verwijderd geraakt van waar we tienduizenden jaren goed bij hebben gedijd: de natuur. We zijn versteend, hebben ons opgesloten in gebouwen. Dat is voor niemand goed, maar zeker niet voor jonge mensen in de bloei van hun leven. Als we het vijftien jaar geleden hadden over ventilatie, frisse lucht en groen, vonden we nauwelijks weerklank. Dat is aan het veranderen. Terecht, want onderzoek toont gewoon aan dat we beter presteren in een meer natuurlijke omgeving.”
Tijd voor een andere kijk op frisse school
“In veel onderwijsgebouwen regelt de installatie alles volledig vlak, gedreven door wet- en regelgeving. Daarmee zijn we slaven van het systeem geworden. We moeten echt om tafel om een leeromgeving te creëren waarin leerlingen beter gedijen. En natúúrlijk kan dat met inachtneming van beheersbaarheid van het gebouw. We moeten alleen wat creatiever zijn. Voor een basisschool in Hoogeloon hebben we een enorme luifel ontworpen; daarmee hebben we zomaar een extra onderwijskundige ruimte gecreëerd. Het concept van een leeromgeving in plaats van een schoolgebouw maakt dat je als gebruiker aanwezig bent in een van nature gezonde omgeving. Alle buitenruimten zijn in de basis gezonder dan een vlak geconditioneerde binnenruimte.”
“En zelfs de binnenruimten kunnen een diversiteit aan binnenklimaateffecten hebben. Denk aan een stilwerkplek die besloten, warm en subtiel verlicht is, terwijl een handvaardigheidsruimte veel noorderlicht en een lagere temperatuur heeft, met gewoon wat vaker de deur open, zodat de ruimte weer in verbinding staat met buiten. Van Stilwerkplek tot Speelbos noemen wij dat. Het is tijd voor een creatievere kijk op onderwijsvastgoed.”