De afgelopen dertig jaar realiseerde Hendriks Bouw en Ontwikkeling talloze projecten voor woningcorporatie Talis uit Nijmegen. Absoluut hoogtepunt is zonder meer de sloop, renovatie en nieuwbouw van volkswijk de Kolpingbuurt. Ronald Leushuis, bestuurder van Talis, schetst het bijzondere verhaal van ‘de Kolping’ aan de hand van vijf vragen.
‘De Kolpingbuurt, of kortweg de Kolping, is een gemêleerde volksbuurt in Nijmegen, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd gebouwd. Een oude wijk dus, waar echt wat mee gedaan moest worden. Renovatie doe je meestal na vijftig jaar. Sloop en nieuwbouw na een jaar of tachtig. De Kolping was dus aan de beurt voor dat laatste. Maar in nauwe samenspraak met de bewoners van de buurt kwamen we tot een uitdagend plan: niet alleen slopen en nieuwbouwen, maar ook renoveren. Er werden 127 woningen gerenoveerd, 115 woningen gesloopt en er kwamen 99 nieuwe woningen voor terug, waaronder ook een appartementengebouw waar veel behoefte aan bleek te zijn. Er kwamen dus iets minder woningen, maar de uitstraling, de sfeer en de ziel van de buurt bleven behouden. Net als de meeste bewoners!’
‘De logistieke planning. Dat was echt heel bijzonder. De wijk bleef namelijk drie jaar lang gewoon bewoond, terwijl er gesloopt, gebouwd en gerenoveerd werd. Tegelijkertijd pakte de gemeente de openbare ruimte aan en tussen al die werkzaamheden door moesten mensen ook nog eens tijdelijk of permanent van de ene woning in de wijk naar de andere verhuizen. Woningen, straten, rioleringen en openbaar groen... alles ging tegelijkertijd op de schop. Een logistieke operatie van formaat, die Hendriks in heel goede banen wist te leiden. Ze huurden er zelfs een wiskundige van de universiteit voor in, die met al die variabelen aan het rekenen sloeg. En dan zou ik nog bijna vergeten dat tijdens het hele project de tv-camera’s draaiden...’
‘Inderdaad. In een gesprek met Fons de Poel van de KRO-NCRV hadden we het over de plannen voor de Kolping. Samen bedachten we dat het misschien wel een onderwerp voor een serie zou kunnen zijn. “Bouwen voor de buurt” was het thema van onze plannen en tijdens zes afleveringen werden tien huurders gevolgd. Positieve mensen, maar ook buurtbewoners met hun twijfels. De serie gaf een uniek inkijkje in hoe wij als corporatie met onze huurders omgingen. Onze medewerkers Bert en Elly speelden in alle contacten een belangrijke rol in de communicatie met de huurders. Zij hielden het hoofd koel als de emoties soms hoog opliepen. Ook zij kregen een mooi platform tijdens de serie, die een goed beeld schetste van de manier waarop Talis daadwerkelijk mét en vóór de bewoners samenwerkte om het goede in de buurt te behouden en tegelijkertijd waarde toe te voegen.’
‘Onze huurders hebben vanaf de eerste ideeën echt mogen meedenken en meepraten over alle plannen. Ik herinner me de eerste keer nog dat we de wijk in gingen en tijdens een bijeenkomst vertelden dat we plannen wilden maken voor de buurt. Veel mensen geloofden dat niet. “Jullie hebben allang plannen en die druk je er straks gewoon door”, was een veelgehoorde klacht. Maar dat was echt niet zo. De sloop, nieuwbouw en renovatie van de Kolping werd een project dat we samen met de buurt bedachten en uitvoerden. We luisterden echt naar alle wensen, al konden we natuurlijk geen badkamers met gouden kranen beloven. En zo sloeg langzaam het wantrouwen om naar vertrouwen. Vaak trekt 60 tot 70 procent van de bewoners een wijk uit op het moment dat er gerenoveerd of gesloopt gaat worden. Dat zijn ervaringscijfers uit het land. Je krijgt in zo’n geval urgentie en voor veel mensen is dat de manier om een wijk te kunnen verlaten. In de Kolping bleef juist 70 procent van de oorspronkelijke bewoners wonen. Dat zegt wel wat, als je drie jaar lang in de bouwellende zit en je van de ene naar de andere woning moet trekken voordat je gerenoveerde of nieuwe huis klaar is. De bewoners van de Kolping hadden het ervoor over.’
‘De Kolping is zo’n project waar je voor de rest van je leven enorm trots op kunt zijn. Hier kwam alles samen. En het sterkt ons in het idee dat dit dé manier is om met oude wijken om te gaan. Maar er zijn nog zoveel meer projecten die we samen met Hendriks hebben gedaan of nu aan het doen zijn die alle aandacht verdienen. Zorgcomplex La Verna bijvoorbeeld, in Wijchen. Ook daar houden we bij alles wat we doen rekening met de bewoners. En dat is precies zoals Hendriks er ook instaat. Ik merk dat Lambèr Hendriks net als wij niet bezig is met de dagkoers, maar kiest voor een gezonde bedrijfsvoering op lange termijn. En dat zie je terug in de prettige contacten die we onderhouden. We trekken samen op als partners en er is over en weer veel respect. Ze zijn zich bewust van hun rentmeesterschap en opereren betrokken, solide en betrouwbaar. Voor een woningcorporatie zijn dat waarden waar we graag op bouwen.’